Geachte heer Rutgrink,

In reactie op uw brief d.d. 30 december 2016, het volgende.

U verzoekt de RAS om duidelijkheid over de RAS-bijdrage en het recht op opleidingsvergoedingen van de RAS. Ik kan hier kort over zijn. Er zijn ter zake geen wijzigingen per 1 januari 2017.
De CAO kent arbeidsvoorwaardelijke bepalingen en fondsbepalingen, De fondsbepalingen zien op de RAS-bijdrage en de activiteiten van de RAS. In het bijzonder op het door de RAS verstrekken van opleidingsvergoedingen aan werkgevers in de branche, De arbeidsvoorwaardelijke bepalingen (m.u.v. artikel 38 CAO) zijn afgelopen. De fondsbepalingen in de CAO lopen doortot 31 december 2018. U kunt dat nalezen in artikel 48 CAO.


Bij de minister van SZW is in2072 en in 2014 om een langere AVV van de fondsbepalingen verzocht, In de AVV-besluiten uit 2012 en201-4 kunt u dat nalezen in het dictum (slotstuk, laatste pagina van de besluiten). Van een AVV-loze periode van de fondsbepalingen is in2O74 en in 2017 dus geen sprake, De AVV van de huidige fondsbepalingen loopt tot eind 2018!
Ter toelichting wil ik nog aangeven dat er door CAO-partijen bewust is gekozen voor een langere looptijd van de fondsbepalingen. Dit om het volgen van vakopleidingen, in het belang van zowel werkgevers als werknemers in de branche, een vaste basis te geven en voor langere tijd te stimuleren,
Mogelijk ten overvloede wil ik nog opmerken dat de restitutie die u noemt in de 1e alinea van uw brief alleen gold voor bedrijven die toen geen lid waren van OSB. Leden van een werkgeversorganisatie die partij is bij de CAO zijn bij een AVV-loze periode niet uitgesloten.

Ik verwacht u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Bij aanvullende vragen kunt u met ondergetekende contact opnemen.

Met vriendelijke groet,

Mw. drs. M. Neuteboom,
directeur RAS