Als mkb-branchevereniging SIEV hebben wij kennisgenomen van het gemaakte akkoord tussen onze collega-branchevereniging Schoonmakend Nederland en de bonden over de tussentijdse aanpassing bovenop de lopende schoonmaakcao. Vooropgesteld dat hard werken moet lonen en de branche aantrekkelijk moet blijven, ligt er een prachtig resultaat voor de 125.000 schoonmaakmedewerkers. SIEV zet wel haar vraagtekens bij de manier en de snelheid waarop de lonen gaan stijgen.

SIEV is van mening dat er te weinig is gekeken naar de impact, die het heeft op de kleinere bedrijven in de schoonmaakbranche en op welke wijze dit ‘extra loon’ bij alle opdrachtgevers, besproken had moeten worden. In onze marginale schoonmaaksector is het onoverkomelijk dat het schoonmaken 1 op 1 duurder gaat worden. Er waren meer mogelijkheden om meer financiële ruimte voor werknemers te bieden die nu onbenut zijn gebleven.

Verhoging van de lonen was onvermijdelijk
Om werken aantrekkelijk te maken, heeft het kabinet het minimumloon in 2023 met ruim 10% verhoogd en per januari 2024 nog een keer met gemiddeld 10%. Door deze wetswijziging moeten de salarissen van de schoonmakers worden verhoogd, omdat anders de huidige salarissen niet meer aan de wet voldoen. Daarnaast kampen we al jaren met concurrentie uit andere branches en lijkt de arbeidskrapte een blijvend gegeven. Verhoging is noodzaak willen we aan wetgeving voldoen, de branche aantrekkelijk houden, nieuwe medewerkers vinden en behouden.

Waarom is er alleen naar een loonsverhoging gekeken bovenop de cao-afspraken?
Als SIEV hadden we liever gezien dat er creatiever omgegaan was om tot stijging van de inkomsten te komen. We hebben al eerder aangegeven om secundaire arbeidsvoorwaarden in te zetten. Met een extra vrije dag op 1 mei, kun je niet je boodschappen betalen. Ook een hogere eindejaarsuitkering is mooi meegenomen, maar wordt zwaar belast en daar betaal je niet je maandelijks energienota van.

Waarom eind 2022 niet een voorschot genomen op een loonsverhoging?
Voor de schoonmaakbranche is het positief dat er nu duidelijkheid is en dat de schoonmaakmedewerkers er financieel op vooruit gaan. Zij voelen door de hogere kosten voor de eerste levensbehoeften en energie, dit direct positief en concreet in hun portemonnee. Als SIEV vinden wij het alleen een gemiste kans dat de schoonmakers pas in november 2023 hiervoor gecompenseerd worden. Waarom zijn er niet eind 2022 aanvullende afspraken gemaakt met de bonden en doorgevoerd, zodat er een zekere spreiding in de verhoging zat? Dan hadden de schoonmaakbedrijven hun tarieven per 1 januari 2023 extra kunnen indexeren, zodat de kostenverhoging beter verdeeld was over 2023 en 2024. Met het nu gesloten akkoord ligt de lastenverhoging naar de opdrachtgevers toe volledig op 2024 en daarbij praat je over een prijsverhoging van 12%!

Waar corona voor een positieve beeldvorming van onze branche zorgde, kunnen de forse verhogingen bij opdrachtgevers zorgen voor bezuinigen op het schoonmaken en wordt een hygiënische omgeving weer een noodzakelijke doch dure sluitpost. Hoe groot lijkt de slagingskans dat deze opdrachtgevers, die ook te maken hebben met algemene kostenstijgingen, hieraan volledig gaan meebetalen?

Voor onze mkb-achterban zijn dat forse verhogingen die ingrijpende gevolgen zullen hebben. Denk aan verhoging van de druk op de vierkante meter of afschaling van uren voor een zelfde klus. Wij maken ons zorgen dat deze snelle loonsverhoging een aanjager is voor nog meer zzp-schap, de ‘informele’ sector (zwart werken) en inbesteding. Zeker omdat we er een periode aan gaat komen van economische afkoeling, oplopende faillissementen, grote ontslagronden, gestegen rentes maar ook normale gasprijzen.

Vooruitschrijdend inzicht geeft al een ander beeld op de drang naar loonsverhogingen

Waar onze president van De Nederlandse Bank Klaas Knot eerder pleitte voor loonsverhogingen, geeft hij en inmiddels meer economen waarschuwingen vooral te matigen ter voorkoming van een loon-prijsspiraal. Graaiflatie blijkt tevens niet terecht voor het mkb, terwijl de bonden dit wel aangrepen ter onderbouwing voor verregaande loonsverhogingen. 

Andere maatschappelijke opgaven lopen vertraging op

Tussentijds je tarieven verhogen om vervolgens per 1 januari nog een verhoging voor te leggen, geeft wrijving bij opdrachtgevers. November en december kunnen we al afschrijven op het toch al marginaal ondernemen. Verduurzaming en andere maatschappelijke uitdagingen komen hiermee nog verder in de knel te zitten. We moeten realistisch zijn. De schoonmaaksector blijft ondanks het personeelstekort een concurrerende markt met veel nieuwe toetreders. Ook de grote opkomst van zzp’ers kan door de gestegen loonkosten een negatief effect hebben op de werkgelegenheid in de schoonmaaksector. Ook maakt SIEV zich zorgen of door deze gestegen loonkosten meer schoonmaakbedrijven failliet gaan, want duidelijk is dat na de coronaperiode, de personeelstekorten en het fors gestegen ziekteverzuim de marges in de schoonmaak dun zijn.

Maak werkgeverschap ook aantrekkelijk

Daarnaast pleit SIEV voor een aantrekkelijker werkgeverschap. Tijdens de troonrede in 2022 heeft koning Willem-Alexander aangegeven, dat werkgeverschap óók moet lonen en de commissie Borstlap werkgeverschap aantrekkelijk wil maken. We zien nog geen concrete plannen, die hier uitvoering aan geven. Door alle loonsverhogingen wordt de staatskas ook rijkelijk gevuld, daar mag wel wat voor terugkomen voor ondernemers, bijvoorbeeld structurele daling van werknemer- en werkgeverskosten, afschaffing van 2 jaar doorbetalen bij ziekte en een andere invulling van de transitievergoeding. In de volgende cao-ronde pleit SIEV voor een aantrekkelijker ondernemer- en werkgeverschap.

Iedereen draagt steentje bij
SIEV zou SIEV niet zijn als we daar al een panklare oplossing voor hebben. Aangezien de RAS- premie dit jaar tijdelijk fors verhoogd is (voor de eerder stoppen met werken-regeling) van 0,75% naar 1,05%, pleiten wij ervoor om de RAS-premie per 1 juli 2023 met 0,5% te verlagen om de kostenstijging op deze manier mee te compenseren voor de schoonmaakbedrijven.

SIEV pleit voor 1 jaar verlenging van de cao-looptijd
Onbegrijpelijk is het feit dat de looptijd van de cao niet met een jaar verlengd is tot in ieder geval 1 juli 2025. Als SIEV hadden we in de onderhandelingen dit punt zeker als harde eis op tafel gelegd. Dat had voor de schoonmaakbranche meer rust gegeven na deze laatste loonsverhoging en de volledige aandacht in de rest van dat jaar om weloverwogen de ontwikkelingen te beoordelen voor de jaren die dan gaan komen. Nogmaals, nu moeten er voor 1 juli 2024 weer direct nieuwe afspraken worden gemaakt en de grote vraag is: hoe staan we er als economie en branche dan voor? Is het bespreekbaar om de salarissen eventueel te verlagen als de gasprijzen normaal zijn en de boodschappen betaalbaar?.

Onze conclusie

Concluderend zijn we als SIEV oprecht blij dat er stappen worden gezet naar een fatsoenlijk en passend loon voor onze schoonmaakmedewerkers en onze branche een aantrekkelijke werkgever blijft, maar we zijn minder tevreden over de wijze waarop en de snelheid van deze verbetering tot stand is gekomen. Het lijkt er alleszins op dat onder hoge druk, ter voorkoming van stakingen, de eerdere opmerkingen van Klaas Knot om salarissen te verhogen, het misbruiken van statistieken en het framen van graaiflatie te snel is toegegeven aan een kortetermijnoplossing. Deze verhoging heeft op langere termijn verregaande gevolgen. Daar lijkt niet of te weinig over nagedacht.

We begrijpen dat de leden van Schoonmakend Nederland zich nog gaan buigen over het behaalde onderhandelingsresultaat en we vertrouwen dat onze reactie nog meegenomen kan worden. Tenslotte gaan we toch allemaal voor het beste resultaat voor onze schoonmaakmedewerkers en alle werkgevers, zodat het ook aantrekkelijk blijft voor onze opdrachtgevers.

SIEV-bestuur