Vakbonden zijn werknemersorganisaties die de belangen behartigen van haar leden. Ruim 1,6 miljoen Nederlanders zijn lid van een vakbond. Dit is bijna een vijfde van de beroepsbevolking.
Opkomen voor belangen
Vakbonden onderhandelen met werkgevers en werkgeversorganisaties om een collectieve arbeidsovereenkomst tot stand te brengen. Hun onderhandelaars praten over het salaris en over werktijden, maar ook over vakantiedagen, reiskostenvergoedingen en opleidingsmogelijkheden.
Bij collectieve ontslagen hebben vakbonden ook een vinger in de pap. Dat is wettelijk geregeld. Ze proberen eerst het aantal voorgenomen ontslagen te beperken en te onderhandelen over een sociaal plan. Dat gebeurt altijd in nauwe samenspraak met de leden in dat bedrijf. Soms kan door een vacaturestop in combinatie met natuurlijk verloop de reorganisatie worden beperkt. In andere gevallen is het bevriezen van de lonen of zelfs een loonoffer de oplossing. Lukt dat niet, dan wordt gekeken naar wat voor de ontslagen werknemers kan worden gedaan. De hoogte van de ontslagvergoeding kan aan bod komen, maar ook de mogelijkheid tot herscholing en begeleiding van de ene baan naar de andere. In het sociaal plan staan daarnaast afspraken over de herplaatsing van werknemers, die wel hun functie kwijtraken maar niet hun dienstverband.
Stakingen
Wanneer werknemers het oneens zijn met de ontslagen of wanneer ze bijvoorbeeld een hoger loon willen, kunnen ze gaan staken. Meedoen aan stakingen is rechtmatig wanneer een of meer vakbonden betrokken zijn en van tevoren een ultimatum wordt gesteld. Dit worden georganiseerde stakingen genoemd.
Omdat er niet gewerkt wordt, hoeft de werkgever geen loon uit te betalen. Om dat op te vangen, hebben vakbonden stakingskassen, waaruit stakers een vergoeding kunnen krijgen zodat ze tijdens hun demonstraties niet geheel zonder inkomen zitten. Stakende niet-leden kunnen vaak een (lagere) uitkering krijgen als ze lid worden. Een deel van de contributies van vakbondsleden wordt opzij gezet om stakingen, ook in andere sectoren, te kunnen bekostigen.
Als werknemers het werk spontaan neerleggen, is het een wilde staking. Soms nemen vakbonden zo’n staking over. Andere keren bemiddelen de bonden tussen werkgever en stakers om de staking te beëindigen.
Poldermodel
Belangrijk in de Nederlandse arbeidsverhoudingen is het poldermodel. Dat is eigenlijk een andere naam voor al het overleg dat gevoerd wordt tussen vakbonden, werkgeversorganisaties en het kabinet. De vakbonden en werkgevers worden de ‘sociale partners’ genoemd. Anders dan in veel andere landen, boeken vakbonden meer en vaker resultaat via overleg en onderhandeling met werkgevers en met de regering dan via allerlei vormen van actie.
Leegloop
Het aantal Nederlanders dat lid is van een vakbond, neemt in rap tempo af: een daling van 100.000 leden in twee jaar tijd. Met name jongeren zijn steeds moeilijker aan een vakbond te binden. Vakbonden zijn tussen 2019 en 2021 bijna 6% van hun ledenaantal verloren, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zo’n 1,5 miljoen Nederlanders, omgerekend zo’n 18% van de medewerkers, zijn momenteel lid van een vakbond, het laagste aantal sinds 1966.
De gemiddelde leeftijd van vakbondsleden loopt bovendien op. Zo’n 18% van de leden was in 2019 ouder dan de pensioengerechtigde leden, maar in twee jaar tijd is dat percentage opgelopen naar 22% van de leden. Dit terwijl slechts 25,5% van de leden jonger is dan 45 jaar. De stijging toont dus dat het aandeel van jonge leden niet toeneemt. Sterker nog, het aantal leden jonger dan 25 jaar neemt juist af.
Vakbonden FNV en CNV erkennen dat de daling van het aantal leden vooral te maken heeft met een uitstroom van gepensioneerde of aan ouderdom overleden leden. Toch beweert FNV dat het aantal leden tot 55 jaar sinds afgelopen voorjaar juist weer toeneemt.
Ledenwerving
Velen onder ons herinneren zich nog de inzet van kamelen, het blokkeren van privé-woningen van ondernemers, het invallen op een hoofdkantoor van een groot landelijk werkend schoonmaakbedrijf, en meer van dergelijke acties. Nu na anderhalf jaar weerklinkt de roep om nog meer loon dan bij cao is afgesloten. Vakbond roept op tot een verhoging per 1 juli 2023 met 10%!
Dan rijst de vraag: waarom deze roep om meer? Is dit ledenwerving? Is dit opkomen voor het belang van de leden? Is dit ledenwerving? Of wat? Is het nu zo dat gemaakte afspraken tussen werkgevers en werknemers, vastgelegd in een AVV cao nu ineens niet meer gelden? Of eenzijdig herzien kunnen worden? De geloofwaardigheid van vakbonden komen zo erg onder druk te staan. Immers, de afspraak om tot een cao met langere looptijd vast te leggen, doe je niet over één nacht ijs. Vorig jaar sprak ik al mijn verbazing uit over de houding van de vakbonden kort na het afsluiten van een nieuwe cao.
Ik ken de mensen van de vakbonden en respecteer ze zeer. Het zijn geen domme mensen en achter de schermen zijn ze heel goed benaderbaar. Dat er af en toe een show voor het publiek opgevoerd wordt, is onderdeel van het imago van een vakbond. Maar… kom op zeg, in 2022 spraken vakbonden al met werkgevers en regelde onderhands een akkoord voor Schiphol-medewerkers, tenminste voor het deel dat rechtstreeks voor Schiphol werkte.
Nu gaat Ziggo zelf werknemers benaderen met vragen over de cao. Daarbij gaat het niet blijven. Grotere bedrijven kunnen namelijk een bedrijfs-cao opstellen, die schatplichtig is aan de AVV cao maar dan exclusief voor hun organisatie geldt. Daar kan ik mij een grotere rol voor de ondernemingsraad voorstellen dan een vakbondsafvaardiging.
Is het handig in deze tijd om een weinig flexibele houding aan te nemen, of gelijk naar het middel staken te gaan om je standpunt af te dwingen? Ik zou persoonlijk als vakbond daarover nadenken. Tel daar ook bij op dat de jongere generatie weinig likt op te hebben met een vakbond, want een vakbond kan zeker een goede partij zijn om voor groepen mensen de belangen te behartigen. Het is in mijn optiek wel zaak dat de weg ernaartoe om belangen te behartigen ook eens kritisch tegen het licht te houden. Is het doel kristalhelder? Gaan we voor de lange of de korte termijn en wat zijn precies de gevolgen van een behaald succes? Of om het maar heel concreet te maken: lost een salarisverhoging bij de Albert Heyn het werkelijke probleem op?
Maurice Rutgrink,
bedrijfsleider en ondernemer, erelid van SIEV